Eerder schreef ik al een blog over het boek Land van echo’s van Mark H. Stokmans. Een verhaal dat nog wekenlang onder mijn huid zat. Daardoor vond ik het best spannend om het vervolg, Spiegeldagen, te gaan lezen. Opgelucht kan ik vermelden dat Spiegeldagen hetzelfde effect had op mij; dezelfde diepgang, de intense liefde voor Spanje en de cultuur, maar verrassender door meer lichtheid en veel scherpe humor. Beide boeken laten je nadenken over de erfenissen van onze voorouders, familiebanden en alles dat wordt verzwegen.
Het verhaal begint in Venetië
Waar Land van echo’s zich vooral in de schaduw van de Spaanse Burgeroorlog afspeelt, begint Spiegeldagen verrassend: niet in Spanje, maar in Venetië. Ruben, makelaar in Utrecht, ontmoet daar de excentrieke oude Italiaan Ortolani, een echte verhalenverteller met ontzettend veel levenservaring. Ortolani laat Ruben het échte Venetië zien, de mysterieuze stad van water en cultuurhistorie. Ruben is helemaal klaar met Nederland en overweegt om in Venetië te gaan wonen, maar gek genoeg duwt Ortolaan hem naar Spanje. Ik citeer (pagina 89):
‘Ik had beloofd jou nog één waarheid te vertellen, jongeman.’
Ortolani heeft zijn servet op tafel gelegd. Het enige wat nog rest, is zijn espresso.
‘Alleen als u het wilt…’
De oude man aarzelt. ‘Natuurlijk, natuurlijk. Quid pro quo. Vooruit dan, jouw opa en oma woonden in Spanje.’
‘Ja, mijn opa had daar een bedrijf. Hij had veel land, vooral sinaasappels in de laatste jaren, maar ook olijfbomen en amandelbomen.’
‘Wat waren je favorieten?’
‘Olijven, die bomen zijn het beste om in te klimmen. En met onrijpe olijven kon je elkaar goed bekogelen.’
‘Natuurlijk, olijven, lekker ook. Dus zij leefden in het zuiden?’
‘Klopt, nabij Alicante.’
Hij neemt een slok koffie, pakt zijn servet en legt het weer terug. ‘Ik ben ook in Spanje geweest.’
‘Wat leuk… Voor vakantie?’
‘Nee… nee, dat was het niet. Het was toen ik jong was, toen ik wel… gek was, stronzo… toen ik… Je weet dat ik een liefhebber ben van mooie verhalen en deze altijd volledig naar waarheid, zijn gestoeld op waarheid, dan kun je een beetje jokken af en toe. Never let the truth get in the way of a great story, zeg ik dan maar. Versieren, zo kun je het ook noemen. Een verhaal zonder opsmuk is niet meer dan een verslag. Hoe dan ook. Het verhaal dat ik je nu ga vertellen is geen grande storia. Dat is omdat het begint met leugens op gestapelde leugens en eindigt met onschuldige doden. En ik vertel dit juist aan jou, ondanks alle schaamte en schuldgevoel die ermee verbonden zijn, omdat het wellicht raakt aan het verhaal van je opa, waarmee de parelketting van toeval nog langer wordt. De engelen lachen zich boven onze hoofden een breuk.’
Ik houd meteen van het personage Ortolani vanwege zijn komische observaties en zijn eerlijkheid. Hij laat je voortdurend glimlachen op momenten dat het anders zwaar zou kunnen worden.
De Alquería van opa Herman moet verkocht worden
Het echte toneel van dit verhaal is wederom de Costa Blanca. De Alquería van de inmiddels overleden opa Herman staat daar en de tweelingbroer van Ruben, maar ook zijn moeder en zus, wil dat Ruben het huis gaat verkopen; het is miljoenen waard. Wanneer Ruben terug gaat naar de Alquería om het op te knappen en verkoopklaar te maken, komen al zijn jeugdherinneringen aan de fantastische zomervakanties bovendrijven. Ook de herinneringen aan zijn opa Herman en diens vrouw: oma Pepa. Is zij wel dood? Daar kan niemand in het Spaanse dorp antwoord op geven. Oma Pepa is na de dood van haar man vertrokken, en niemand weet waarheen.
Hoe Stokmans door de bril van een Nederlander kijkt naar Spanje, vind ik fascinerend, alsof ik zelf over de A-7 rijd. Ik citeer (pagina 171):
De kilometers vliegen onder zijn banden door, langs Barcelona, rond Tarragona is de Middellandse Zee in zicht. Het kaartje van de peaje toont alle afslagen tot aan Alicante, ook Xaraque. Een voor een telt hij ze af, totdat hij in de verte het dorp op de heuvel ziet, de torens van de kathedraal. Hij zet de richtingaanwijzer aan en neemt de afslag naar zijn jeugd.
Is oma Pepa wel dood?
Rubens Italiaanse vriend Ortolani is ervan overtuigd dat oma Pepa nog leeft, en zij is de rechtmatige erfgename van de Alquería, niet opa ’s zoon (de vader van Ruben) en diens kleinkinderen. Bovendien heeft Ortolani bijzondere interesse in deze gitana, de Spaanse zigeuneroma van Ruben. Wat begint als een zakelijke opdracht – de Alquería verkopen – verandert al snel in een intrigerende reconstructie van een familiegeschiedenis vol stiltes en half vertelde waarheden.
Was opa Herman een fascist?
Wanneer Ruben zich weer onderdompelt in het dorp en herenigt met zijn oude Spaanse vrienden blijkt dat de Alquería geliefd is door zowel de dorpsbewoners als een van de tegenstanders van opa Herman, een oude man die aast op het huis en de vele hectares land. Die oude vijand duwt het verhaal richting een spanningsveld. Ruben probeert ook antwoorden te vinden op de vraag: was opa Herman een fascist? Diep van binnen weet Ruben het antwoord wel, maar zijn moeder en broer hebben dit oordeel in zijn hoofd geprent.
Wat ik mooi vind, is dat de schrijver heel goed begrijpt hoe gevoelig, en vooral genuanceerd, dit ligt bij de Spanjaarden. Ook nu nog, in de 21e eeuw. Wanneer je de Spaanse Burgeroorlog zelf niet hebt meegemaakt, kun je er onmogelijk een oordeel over vellen. Het wordt Ruben dan ook duidelijk dat het niet zo zwart-wit is (of je behoorde tot het linkse of rechtse kamp) als de meeste Nederlanders denken. Zie pagina 235:
‘In de oorlog werd alles gezegd. Iedereen had een mening, een standpunt, elk woord werd geschreeuwd, elk gesprek een ruzie. Elke ruzie een gevecht.’
‘Men zwijgt in dit gebied, in heel Spanje eigenlijk, consequent over die periode. Al decennia. Eerst vanwege de repressie van het regime, daarna… Als slachtoffer en dader in dezelfde straat wonen, dan is praten gevaarlijk. In een burgeroorlog is iedereen partij en daardoor verbonden met het geweld. Iedereen heeft iemand in zijn stamboom die dader of slachtoffer is; soms beiden. Maar de meesten zeggen: ¿qué me da? Wat heb ik eraan te weten wat er gebeurt, wie zich waaraan schuldig heeft gemaakt? Daarmee is het eigenlijk niet voorbij, het is nooit voorbijgegaan. Het woekert door. Ik las eens van steppebranden, die lijken uit te doven als de winter inzet, in landen als Rusland, en als het weer gaat dooien blijkt het nog na te gloeien, sintels onder de grond die wachten om weer op te laaien. Zo kan het af en toe aanvoelen hier. Het broeit dan zonder dat je precies weet waarom.’
‘Na zo lang nog steeds?’
‘Nog steeds. Weet je, Ruben, elk jaar worden hier in Spanje nog steeds de geboorte- en de sterfdag van Franco gevierd, dan staan ze hier, ook in dit dorp, met de armen in de lucht de Caudillo toe te zingen.’
‘De armen in de lucht?’
‘Dan brengen ze de fascistische groet. Elk jaar, Ruben. Het zijn er niet veel die dat zo open en bloot doen, maar vele anderen staan erbij en kijken ernaar. Dat is overgegaan van generatie op generatie. De rekening is nooit opgemaakt. Zwijgen is belangrijker dan gerechtigheid, laat staan vergiffenis. Dus niets is hier vergeven en al helemaal niet vergeten. Het is alleen weggestopt in een donker hoekje en we lachen en drinken en vieren het leven… om alles maar te begraven. De rancune blijft en groeit in plaats van dat die minder wordt.’
Dreigingen uit het verleden
Uiteindelijk raakt Ruben verwikkeld in intriges die veel verder reiken dan de verkoop van het huis; langzamere onthullingen brengen hem in aanraking met dreigingen uit het verleden die nog niet begraven zijn. Die dreiging wordt wel prachtig verlicht dankzij Ortolani’s theatrale commentaren en met de manieren waarop kleine dorpse scènes menselijkheid tonen. Hierdoor kun je als lezer het onbehagen en de ernst van de onderliggende conflicten (uit het verleden) beter voelen.
De rol van zijn familie
Wat Spiegeldagen bijzonder maakt, is de aandacht voor de familiebanden van Ruben – met zijn tweelingbroer, zus, vader en moeder – maar die verhoudingen zijn beschadigd. Het boek onthult pas geleidelijk hoe die familiebreuk is ontstaan en welke rol zijn moeder daarin speelde. Die langzaam openbarende opbouw van informatie is knap gedaan; in plaats van een enkele ontknoping krijg je fragmentele onthullingen die precies de onduidelijkheid van familiegeschiedenissen vangen.
Ruben’s moeder blijkt een veel complexere figuur dan de verhalen aanvankelijk deden vermoeden. Pas in het plot wordt duidelijk wanneer en waarom de breuk ontstond en welke motieven aan haar kant lagen. En dan is er de vader van Ruben. Zijn rol is fragiel en afwezig tegelijk: opgegroeid in de Alquería, maar zwijgend over het verleden. Hij is iemand die alles heeft meegemaakt en weinig vertelt. Die afwezige nabijheid, dat geheimzinnige zwijgen, maakt hem tot een sleutelpersonage, ook al staat hij vaak op de achtergrond.
Een spiegel voor ons als lezers
Uiteindelijk is Spiegeldagen een roman over spiegelingen: tussen generaties, tussen feiten en verhalen, tussen wat gezegd wordt en wat wordt verzwegen. Ruben’s zoektocht is ook een spiegeling van de onze; als lezers proberen we te begrijpen wie we zijn in het licht van wat ons voorging. Ik houd enorm van romans die je laten nadenken over je eigen leven, familie, keuzes die je hebt gemaakt. En dat doen beide boeken: Land van echo’s én Spiegeldagen. Daarom besluit ik met het mooie advies van oma Pepa:
‘Pepe zegt dat je alles in stukken moet hakken. Anders is het leven te groot. Tussen die stukken – van verdriet en angst en vreugde en gemis en verlangen – moet je op adem kunnen komen.’
En tot slot de wijze les van opa Herman uit dit boek: ‘Het gaat erom je plek in de wereld te vinden. En op die plek vind je wat je te doen hebt.’ Die plek heb ik gevonden, ook in Zuid-Spanje, net als opa Herman en zijn kleinzoon. Ook op een berg, maar dan in Granada.

Kom jij naar Granada voor een workation?
Ervaar jij voortdurend tijd tekort of is er thuis te veel afleiding? Kom je er maar niet aan toe om door te pakken, schrijfmeters te maken en geconcentreerd te werken aan jouw (e)boek, trainingsprogramma, blogs of je websiteteksten? Heb je behoefte om even uit te zoomen en je een week vol energie en aandacht te richten op jouw schrijfproject? Houd je ook zo van de zon en andere culturen? Wil jij in een fantastische, inspirerende omgeving werken aan jouw schrijfproject?
Kom dan lekker een hele week naar mij in Granada, Zuid-Spanje. Je krijgt mijn stadsgids cadeau, zodat je je helemaal kunt onderdompelen in deze prachtige Moorse-Andalusische stad. Kijk op schrijfzin.com/schrijfweek-in-spanje.
Dit delen:
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
- Klik om te delen op X (Wordt in een nieuw venster geopend) X
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
- Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print







Eén reactie
Ik heb dit boek net uit en kan me helemaal vinden in datgene wat je erover schrijft. Bovendien vind ik de manier waarop de schrijver het op papier zet, haast schilderachtig en poëtisch. Ik heb genoten van beide boeken.